Na bijna drie maanden reizen aangekomen in Bangkok. Onze laatste stop... Helaas...
We genieten hier nog volop van onze laatste daagjes. Na Indonesische en Laotiaanse kooklessen, nu ook Thais leren koken. Eef haar verjaardag gevierd door ons te laten verwennen met een traditioneel Thaise massage (eigenlijk knepen de Thaise madammekes iets te hard door naar onze goesting...). Uitgebreid gaan shoppen op de gigantische weekendmarkt. En uiteraard de toeristische hoogtepunten bezocht.
Wellicht zullen we deze blog niet meer verder updaten, gewoon omdat we de meesten van jullie zeer binnenkort hopelijk weer terugzien. En een verhaal in levende lijve is nog altijd toffer he. Tot snel! Joris en Eef.
zaterdag 26 januari 2008
De tempels van Angkor - 19 tot 22 jan.
Zowat iedereen die we tijdens deze reis zijn tegengekomen, was dolenthousiast over de Angkor-tempels. Onze verwachtingen waren dus zeer hoog gespannen. Zo hoog zelfs dat we dachten dat de tempels nooit aan onze verwachtingen zouden voldoen... Tot we aan de ingang van een van de tempelcomplexen stonden... Pas op dat moment beseften we waarom dit een van de wereldwonderen wordt genoemd. Moeilijk om op deze blog te beschrijven. De foto's geven een beeld, maar helaas geven ze niet de grootsheid van de tempelcomplexen weer. We hebben twee volle dagen met de fiets van tempel naar tempel gereden en een derde dag hebben we ons met een tuctuc (gemotoriseerde driewieler) naar de meer afgelegen tempels laten brengen en dan hebben we lang nog niet alles kunnen bezoeken. Het bijzondere was dat de tempels zo sterk van elkaar verschillen dat het drie dagen aan een stuk bleef boeien. De ene tempel heeft tientallen torens met op elke toren vier gigantische gezichten die in elk van de vier windrichtingen kijken. Een andere tempel is voor grote delen overwoekerd door de jungle. Hoge bomen zijn op de meest onmogelijke plaatsen vergroeid met de tempel. Je waant je onmiddellijk in een Indiana Jones of Lara Croft-film. Nog een andere tempel lijkt op het eerste zicht niet echt de moeite, maar als we wat dichterbij gingen kijken bleek dat minuscuul beeldhouwwerk in de muren was verwerkt. En dan was er natuurlijk nog de Angkor Wat, met een fantastische weerspiegeling in het nabijgelegen meertje. Prachtig bij zonsondergang...
(en het was ook een waar paradijs om Eefs tekentalent op los te laten)
(en het was ook een waar paradijs om Eefs tekentalent op los te laten)
woensdag 16 januari 2008
Phnom Phen (Cambodja) - 16 tot 18 jan.
Vermits onze resterende reistijd sterk begon af te nemen hebben we aan Cambodja enkel een blitsbezoek kunnen brengen. Op net een week tijd hebben we de hoofdstad Phnom Phen en de Angkortempels bezocht.
In de hoofdstad bezochten we een van de gevangenissen van de Rode Khmer en nadien een van de vele 'killing fields'. Een harde confrontatie met de gruweldaden waartoe een mens in staat is. Zowel in de gevangenis als op het massagraf was eigenlijk niet veel te zien, maar op beide plaatsen hing een zeer bedrukte sfeer. Het gebouw dat de Rode Khmer gebruikte als gevangenis was voordien een school. Elk klaslokaal werd omgevormd tot folterkamer of werd opgedeeld in minuscule celletjes. Op de borden werden de gedragsregels voor de gevangenen geschreven. Klimrekken werden gebruikt als marteltuigen. Nu is de gevangenis een museum, waar foto's van de slachtoffers worden getoond en verhalen van overlevenden worden beschreven. Met een wrang gevoel liepen we er rond, beseffend dat het gebouw veertig jaar geleden een school was met spelende kinderen, dertig jaar geleden werd het plots een hel waar iedereen met een beetje opleiding werd doodgemarteld omdat ie gevaar betekende voor het regime, en vandaag is het een museum.
In de hoofdstad bezochten we een van de gevangenissen van de Rode Khmer en nadien een van de vele 'killing fields'. Een harde confrontatie met de gruweldaden waartoe een mens in staat is. Zowel in de gevangenis als op het massagraf was eigenlijk niet veel te zien, maar op beide plaatsen hing een zeer bedrukte sfeer. Het gebouw dat de Rode Khmer gebruikte als gevangenis was voordien een school. Elk klaslokaal werd omgevormd tot folterkamer of werd opgedeeld in minuscule celletjes. Op de borden werden de gedragsregels voor de gevangenen geschreven. Klimrekken werden gebruikt als marteltuigen. Nu is de gevangenis een museum, waar foto's van de slachtoffers worden getoond en verhalen van overlevenden worden beschreven. Met een wrang gevoel liepen we er rond, beseffend dat het gebouw veertig jaar geleden een school was met spelende kinderen, dertig jaar geleden werd het plots een hel waar iedereen met een beetje opleiding werd doodgemarteld omdat ie gevaar betekende voor het regime, en vandaag is het een museum.
Nog een meer bedrukte sfeer hing rond de massagraven. Weeral niet zozeer om wat er te zien was, maar eerder om welke gruwelijkheden hier in het verleden plaatsvonden. De zeer korte en rauwe informatieborden spraken voor zich: "dit is de boom waar kinderen tegen werden doodgeslagen" of "dit is de boom waarin luidsprekers werden opgehangen om met luide muziek het geschreeuw van gevangenen die werden doodgeknuppeld te overstemmen".
Don Khong - 10 tot 14 januari - over 4000 eilanden
Na een busrit van 20 uur aangekomen in Zuid-Laos op Don Khong, een van de zogenaamde 4000 eilanden die in deze regio in de Mekong liggen. Ook dit was weer een oase van rust.
Het hoogtepunt hier was een fietstocht die we over het eilandje maakten. Het binnenland bestond uit kurkdroge rijstvelden. Aan de rand van het eiland werden de akkers kort geleden bevloeid, dus daar was wel veel activiteit op de frisgroene rijstveldjes. Fascinerend om te zien hoe de eindeloze rijstplantjes een voor een met de hand in de onder water staande perceeltjes worden uitgeplant.
Op het heetst van de dag gelukkig een prachtig piepklein strandje ontdekt bij een verborgen tempel. Het was iets te verleidelijk om hier niet even in het water te springen. Het enige gezelschap dat we daar hadden, was de kudde waterbuffels die een twintigtal meter verderop ook de verfrissing van de Mekong opzocht.
Onderweg van op een afstand een crematieceremonie bijgewoond. Een aantal monniken (in het oranje) en zusters (in het wit) hielden een lang wit koord vast en wandelden, gevolgd door de familie die de kist droeg, en zowat het hele dorp, tot ver in de rijstvelden. De kist werd opgebaard op een met goudpapier en witte doeken beklede stelling en er werd uitgebreid tijd gemaakt om foto's te maken met de familie en de monniken en zusters. Vervolgens werden takken en boomstammen rond de stelling geplaatst en daarna kon iedereen nog even tot aan de kist komen en er een wierookstokje bij plaatsen. Plots werden tot groot jolijt van de kinderen, maar ook van de andere aanwezigen, honderden snoepjes de lucht in gegooid. Er werd zo lustig gegraaid dat er een stofwolk over de menigte hing. Tot slot werd de houtstapel in brand gestoken en vertrok iedereen weer naar huis. Heel deze ceremonie duurde niet langer dan een half uur. Niemand leek bedrukt of bedroefd. Integendeel.
De volgende dag een uitstapje gemaakt naar een ander eilandje. Hier een wandeling gemaakt tot aan een plaats waar een tiental watervalletjes, de een al groter dan de andere, samenkomen in een canyon-achtige rivier.
Eigenlijk was vooral het boottochtje heen en terug naar het eilandje de moeite: in-het-water-spelende kindjes zwaaien hun armpjes bijna van hun lijfje naar elk voorbijkomend bootje, tientallen vissers gooien behendig hun netten uit, veerboten uit een ander tijdperk beladen met mensen, brommers en busjes pendelen op en neer over de Mekong.
woensdag 9 januari 2008
Muang Ngoi - 3 tot 8 jan. - over de sterke vrouw, zelfgestookte whisky en het paradijs
Bijna alle toeristen in Laos volgen een vaste route vertrekkend van de hoofdstad, dan via Vang Viang en Louang Phabang naar de Thaise grens. Door vanuit Louang Phabang niet naar de Thaise grens, maar wel nog verder naar het noorden te reizen, zijn we even van de toeristische highway afgeraakt. En dat was een verademing... Plots was er in Muang Ngoi het Laos zoals we het ons hadden voorgesteld: na zonsondergang is het donker (met uitzondering van een kaarsje of hier en daar een minuscuul spaarlampje), enkel houten huisjes, geen internet meer, geen ijsblokjes in de fruitsapjes (en als je een fruitsapje bestelt, hoor je in de achtertuin plots een loeiluide generator die in werking wordt gesteld om de blender te doen draaien), in restaurantjes tot meer dan een uur wachten op je eten omdat men slechts een houtvuurtje heeft om op te koken, enzovoorts.
Muang Ngoi is een piepklein dorpje, enkel per boot bereikbaar, van letterlijk een straat groot: aan het ene uiterste loopt de straat dood in de jungle en aan het ander uiterste staat een tempel. Tussenin vindt het dorpsleven plaats. Auto's zijn er uiteraard niet, want in een straat van ongeveer 500 meter lang kan je niet ver rijden. Kinderen zijn buiten hun schooltijd voortdurend op de loop met hanen en laten ze om te spelen tegen elkaar vechten tot een van de hanen weer gaat lopen, er wordt gebarbecued in een middendoor gezaagde Amerikaanse bom, vrouwen zitten gezellig bij elkaar te keuvelen. Het was duidelijk dat de vrouwen hier de broek dragen. Eef was in haar nopjes om te zien hoe de mannen zich eerder onderdanig gedragen ten opzichte van de vrouwen.
Muang Ngoi is een piepklein dorpje, enkel per boot bereikbaar, van letterlijk een straat groot: aan het ene uiterste loopt de straat dood in de jungle en aan het ander uiterste staat een tempel. Tussenin vindt het dorpsleven plaats. Auto's zijn er uiteraard niet, want in een straat van ongeveer 500 meter lang kan je niet ver rijden. Kinderen zijn buiten hun schooltijd voortdurend op de loop met hanen en laten ze om te spelen tegen elkaar vechten tot een van de hanen weer gaat lopen, er wordt gebarbecued in een middendoor gezaagde Amerikaanse bom, vrouwen zitten gezellig bij elkaar te keuvelen. Het was duidelijk dat de vrouwen hier de broek dragen. Eef was in haar nopjes om te zien hoe de mannen zich eerder onderdanig gedragen ten opzichte van de vrouwen.
De bewoners van Muang Ngoi kunnen best een feestje bouwen. Op een dag hoorden we in een van de voortuintjes luide muziek. Even gaan kijken en er was weer een feestje aan de gang. Het gezelschap van een twintigtal mannen en vrouwen van middelbare leeftijd was stiepelzat aan het dansen op de veel te luide Lao-muziek. Bleek dat ze nog altijd (het was toen 7 januari) Nieuwjaar aan het vieren waren... Onmiddellijk kregen we a volonte zelf gestookte rijstwhisky aangeboden die zoals steeds in shooter-tempo moest gedronken worden. Na enkele van die shooters was onze mond al volledig verdoofd van de goeiekope alcohol. Na enkele pogingen toch kunnen ontsnappen. Wel grappig om dat gezelschap bezig te zien.
Een van de dagen een houten roeibootje gehuurd. Vermits de stroming van de rivier iets te sterk was om er met onze logge boot tegen op te varen (en omdat Eef niet helemaal door had dat je met een peddel moet peddelen), zijn we nooit verder dan een kilometer geraakt... Ons dan maar laten terugdobberen tot een van de eilandjes in de rivier en genoten van het zonnetje op het strandje en een verfrissend plonske in de rivier.
Een van de dagen een houten roeibootje gehuurd. Vermits de stroming van de rivier iets te sterk was om er met onze logge boot tegen op te varen (en omdat Eef niet helemaal door had dat je met een peddel moet peddelen), zijn we nooit verder dan een kilometer geraakt... Ons dan maar laten terugdobberen tot een van de eilandjes in de rivier en genoten van het zonnetje op het strandje en een verfrissend plonske in de rivier.
Een andere dag kwamen een aantal kindjes nieuwsgierig kijken toen we een gezelschapsspel aan het spelen waren. De kindjes bleven wat rond hangen en toen Eef haar waterverfjes boven haalde kon het plezier niet meer op. Kleine tekeningetjes op platte steentjes vonden ze de max. En zoals echte madammekes begonnen ze even nadien hun nageltjes te verven. Schattig.
Verder ook nog genoten van een heerlijke primitieve zweethut. Enfin, jullie zullen onderhand wel begrijpen dat Muang Ngoi voor ons een paradijsje op aarde was...
Vanuit Muang Ngoi maakten we een tweedaagse uitstap naar dorpjes die helemaal afgeschermd zijn van 'de beschaving'. Het verste dorpje lag op een vijftal uren wandelen en anderhalf uur boottocht van de dichstbijzijnde autoweg. Fascinerend om in de opvallend propere dorpjes rond te lopen. Geen blaadje dat op de grond licht. Enkel kippen en honden zijn toegelaten binnen de omheining rond het dorp. Varkens en koeien lopen in kralen buiten het dorp. De mensen slapen in houten paalwoningen. Overdag werkt iedereen op de velden, vlecht rieten matten, enz. Heel de dag door tot 's avonds laat hoor je geweerschoten van de jagers. Wel even slikken als je 's avonds de buit ziet: een roofvogel, eekhoorns en een katachtig roofdier. De Laotianen schieten helaas op alles wat beweegt. Ze eten alles ook met even veel smaak op...
Vanuit Muang Ngoi maakten we een tweedaagse uitstap naar dorpjes die helemaal afgeschermd zijn van 'de beschaving'. Het verste dorpje lag op een vijftal uren wandelen en anderhalf uur boottocht van de dichstbijzijnde autoweg. Fascinerend om in de opvallend propere dorpjes rond te lopen. Geen blaadje dat op de grond licht. Enkel kippen en honden zijn toegelaten binnen de omheining rond het dorp. Varkens en koeien lopen in kralen buiten het dorp. De mensen slapen in houten paalwoningen. Overdag werkt iedereen op de velden, vlecht rieten matten, enz. Heel de dag door tot 's avonds laat hoor je geweerschoten van de jagers. Wel even slikken als je 's avonds de buit ziet: een roofvogel, eekhoorns en een katachtig roofdier. De Laotianen schieten helaas op alles wat beweegt. Ze eten alles ook met even veel smaak op...
Louang Phabang - 27 dec. tot 2 jan. - over aalmoezen, groene papaya
Hoewel we nog niet echt het gevoel hadden dat we ons hadden uitgeput, waren we na twee maand reizen even aan wat rust toe. Daarom verbleven we lekker lang in Louang Phabang, een aangenaam stadje aan de oever van de Mekong dat bruist van cultuur. Je kan er het best de sfeer opsnuiven door er uren rond te kuieren, of gewoon op een muurtje te zitten in een van de vele boeddhistische tempelcomplexen om de bezigheden van de monniken gade te slaan, te kijken naar de mensen die hun akkertjes bewerken of naar de spelende kinderen in de rivier.
's Morgensvroeg rond 6u30 volgen de honderden monniken in Louang Phabang een vaste route door het stadje om aalmoezen op te halen. De bewoners van het stadje, maar ook mensen uit andere delen van het land die op 'bedevaart' zijn in Louang Phabang, zitten op hun knieen op de grond om een aalmoes (meestal gekookte rijst, maar ook fruit, koekjes of geld) in het mandje van de monniken te deponeren. Vermits er gemakkelijk meer dan duizend mensen op straat zitten die elk iets in het mandje van elke monnik willen gooien, geraken die mandjes al snel vol. Het mooie is dan dat de monniken wat ze zelf niet kunnen gebruiken in de mandjes van arme mensen gooien. Indrukwekkend om dit ritueel te bekijken.
Rond 17u30 zitten de monniken samen in de tempel om te bidden. Zeer rustgevend om achteraan in de tempel een tijdje mee te luisteren naar hun monotone gezangen.
In deze bruisende stad hebben we ook Oudjaar gevierd. Toevallig terechtgekomen op een quiz-muziek-eetavondje van Big Brother Mouse, een organisatie die educatieve boekjes maakt voor Laotiaanse kinderen die moeilijk toegang hebben tot onderwijs. Heel lekker gegeten en superleuke mensen ontmoet. Nadien nog een stapje verder gezet met 2 Duitse meisjes. In de achtertuin van een Filipijns-Laotiaans koppeltje gedanst op hiphop muziek afkomstig uit een veel te grote box en beerlao gedronken. Bij een eetstalletje blijven plakken van een huppelende ballonnen-kapotprikkende Laotiaanse schone in kerstman-kostuum. In de voortuin van een Laotiaanse hippie getokkeld op de snaren van een zelfgemaakte gitaar en lookwhisky gedronken. Zijn vrouwtje (bij wie we eerder die dag noodlesoep gegeten hadden) kon er niet mee lachen. 't Was de moeite!
Het Laotiaanse eten bevalt ons zo goed (behalve dan die tofu-schotel in Vang Viang) dat we in Louang Phabang Laotiaanse kookles gevolgd hebben. Een heel aantal gerechten, waaronder de typische 'green papaya salad', werden eerst gedemonstreerd en na een aantal demonstraties konden we dan zelf beginnen kokkerellen. Likkebaarden...
Vang Viang - 24 tot 26 dec. - over party people, tractorbanden en tofu met een geurtje
Vang Viang is de antipool van het beeld dat we vooraf van Laos hadden: een schattig klein dorpje in een prachtige omgeving is door het toerisme totaal uit zijn voegen gebarsten en is nu een groot toeristenresort geworden met enkel restaurants en bars, hotelletjes, reisbureautjes en internetshops. Kortom, niets doet vermoeden dat je hier in Laos zit. Enfin, omdat het op onze route lag en omdat we vooraf niet wisten dat het hier zo 'erg' was, hebben we hier toch even halt gehouden en gedaan wat iedere toerist hier doet: grotten bezoeken en vooral 'tuben': op een opgeblazen tractorband de rivier afdobberen. Het decadente hieraan is dat je om de 500 meter met je tractorband kan aanmeren aan een barretje, een paar pintjes bestellen en vanop een platform met een koord de rivier kan in slingeren. De grotere bars hadden zelfs een DJ om de 'tubers' toch maar zo lang mogelijk in hun bar te houden. Je kan je best wel inbeelden in welke toestand sommige mensen aan het eind van de rit uit de rivier kruipen... Zo ver hebben wij het niet laten komen, maar het was wel een hele leuke dag.
In Vang Viang ook een grote 'beginnersfout' gemaakt: ga nooit eten in een eettentje waar je nooit mensen ziet. Maar het vrouwtje van het openluchtrestaurantje keek al vanaf de eerste dag dat we in Vang Viang waren zo jaloers naar de volle eetstalletjes aan de overkant van de straat. De laatste avond bezweken we voor haar meelijwekkende blik... En Eefje heeft het zich beklaagd. De volgende ochtend waren drie immodiumpilletjes nodig om de spurtjes naar 't kleine kamertje te doen stoppen, maar dat hielp uiteraard niet tegen de misselijkheid. Pijnlijk was vooral dat we die dag een busrit van acht uur door de bergen voor de boeg hadden. Gelukkig hadden we ons voorzien op voldoende plastic zakjes...
In Vang Viang ook een grote 'beginnersfout' gemaakt: ga nooit eten in een eettentje waar je nooit mensen ziet. Maar het vrouwtje van het openluchtrestaurantje keek al vanaf de eerste dag dat we in Vang Viang waren zo jaloers naar de volle eetstalletjes aan de overkant van de straat. De laatste avond bezweken we voor haar meelijwekkende blik... En Eefje heeft het zich beklaagd. De volgende ochtend waren drie immodiumpilletjes nodig om de spurtjes naar 't kleine kamertje te doen stoppen, maar dat hielp uiteraard niet tegen de misselijkheid. Pijnlijk was vooral dat we die dag een busrit van acht uur door de bergen voor de boeg hadden. Gelukkig hadden we ons voorzien op voldoende plastic zakjes...
Abonneren op:
Posts (Atom)